Schouderimpingement of inklemming
De rotator cuff is het geheel van pezen rond de schouder. Zij zorgen voor de beweging van de schouder in verschillende richtingen en stabiliseren de kop van het gewricht in de kom. We onderscheiden de volgende pezen:
- Subscapularispees: gelegen vooraan, verantwoordelijk voor draaien naar binnen van de arm
- Supraspinatuspees: gelegen bovenaan, verantwoordelijk, voor zijwaarts en voorwaarts heffen van de arm
- Infraspinatuspees: gelegen achteraan, verantwoordelijk voor draaien naar buiten van de arm
- Teres minorpees: gelegen achteraan, verantwoordelijk voor draaien naar buiten van de arm
Twee andere pezen van de schouder, die niet tot de rotator cuff behoren, zijn het deltoïd en de bicepspees.
Een chronische tendinitis is een peesontsteking van een of verschillende van deze pezen, doch meestal de supraspinatuspees. Deze pees is gevoelig voor ontsteking door bijvoorbeeld overbelasting.
Er is ook ontsteking van de slijmbeurs (bursa) die tussen het acromion en de supraspinatuspees ligt (subacromiale bursitis). Door ontsteking vormt er zich zwelling van de pees en de bursa. Bijkomend ontstaat er inklemming (impingement) van de pezen en de slijmbeurs tussen het bot van de kop van de schouder en het beenderig dak boven de schouder (acromion).
Symptomen
Er is pijn bij beweging boven schouderhoogte en soms in rust of ’s nachts. De pijn is meestal aanwezig in de regio van de deltoidspier vooraan en straalt vaak uit in bovenarm.
Diagnose en symptomen
Aan de hand van het klinisch onderzoek met specifieke testen, kan de arts de diagnose stellen. Radiografie kan een beenderige spoorvorming aantonen en moet een verkalking of arthrose uitsluiten. Echografie toont vocht in de bursa en pees met zwelling en moet een scheur of kleine microverkalkingen uitsluiten. In langdurig bestaande gevallen of bij oudere patiënten wordt soms een zone van degeneratie (tendinose) van de pees echografisch vastgesteld.
Behandeling
Niet-operatief
Met kinesitherapie (hertrainen van de schouderspieren) en pijnstillers/ontstekingsremmers kan men de klachten meestal goed onder controle krijgen. Soms zal de arts een cortisone inspuiting geven om de ontsteking volledig weg te krijgen. De niet-operatieve behandeling wordt meestal een zestal maanden verdergezet.
Indien onvoldoende beterschap kan men een operatie uitvoeren.
Operatief
Omdat de aandoening meestal zonder operatie in orde komt, is een operatieve ingreep slechts zelden nodig. Onder algemene verdoving kan men een kijkoperatie (arthroscopie) uitvoeren. Men zal de ontstoken slijmbeurs verwijderen en meer plaats creëren voor de pezen. Hiervoor zal de arts een stukje van het acromion afschrapen.
Na de operatie mag de patiënt naar huis (zelfde dag of de dag nadien). De patiënt mag de schouder onmiddellijk bewegen en dit binnen de pijngrenzen. De duur van de revalidatie is gemiddeld 6 weken tot 3 maanden.
De kans op beterschap na de operatie is ongeveer 80 tot 90%.
Mogelijke complicaties zoals infectie, wondprobleem, zenuwletsels, … komen slechts zelden voor (<1%). In sommige gevallen kan er na een operatie van de schouder een schouderverstijving ontstaan (frozen shoulder).