Labrumscheur van de heup

Anatomie

In het heupgewricht scharniert de heupkop in de heupkom. Op de rand van de heupkom ligt het labrum, een ring van bindweefselig kraakbeen die overgaat in het heupkapsel.

Labrum van de heup

Doorsnede door het heupgewricht

Het labrum omsluit de heupkop als een soort zuignap. Hierdoor wordt de heupkop beter gestabiliseerd in de heupkom. De heupkop past beter in de heupkom, waardoor de heup minder snel zal verslijten.

Oorzaak

Een scheur van dit labrum kan ontstaan door een trauma (plotse torsie van de heup) of door de leeftijdsgebonden slijtage (degeneratieve scheur). Een labrumscheur kan ook veroorzaakt worden door onderliggende heupinklemming of femoro-acetabulair impingement (= zie rubriek heupinklemming).

Symptomen

Patiënten met een labrumscheur voelen vooral pijn in de liesregio. De pijn ontstaat vaak bij bepaalde bewegingen; bijvoorbeeld schoenen/kousen aan- en uitdoen, op- en afstappen van een fiets, rechtkomen uit een zetel, uitstappen uit een auto, etc…

Soms is er ontstekingspijn (knagend last) door de irritatie van de heup rond de labrumscheur.

Diagnose

Op basis van uw klachten en na een grondig onderzoek kan uw arts vermoeden dat er een labrumscheur aanwezig is.

Om de diagnose te kunnen stellen is er een RX nodig van bekken en heup.

Vaak is er nog een bijkomende Artro MRI-scan nodig waarbij er contraststof wordt ingespoten in het heupgewricht om de verschillende structuren zoals labrum en kraakbeen voldoende te kunnen beoordelen.

Tijdens dit onderzoek wordt de huid eerst plaatselijk verdoofd en wordt er geprikt in de lies. Af en toe hebben patiënten na dit onderzoek tijdelijk wat voosheid of krachtsvermindering in het been. Soms kan de last in de heup enkele dagen wat intenser zijn. Het is dan ook aangewezen om enkele dagen na dit onderzoek geen hevige inspanningen te verrichten.

Behandeling

Niet-operatief

Soms kunnen ontstekingsremmers of een inspuiting in het heupgewricht de klachten verbeteren. De ontsteking rond de labrumscheur kan verminderen, maar de scheur gaat hierdoor niet genezen.

Operatief

Meestal is een heuparthroscopie (kijkoperatie) aangewezen omdat hiermee de labrumscheur kan behandeld worden.

Indien het labrum te sterk is ingescheurd, wordt het ingescheurde stuk weggenomen tot op stabiele randen. Zo mogelijk proberen we het labrum te bewaren door het te hechten. Hiervoor gebruiken we speciale botankers. 

   

Herstel na operatieve behandeling

De duur van het herstel na een kijkoperatie van de heup hangt af van wat er precies diende te gebeuren tijdens de ingreep.

Indien het labrum alleen diende te worden bijgewerkt tot op stabiele randen, kunnen alle bewegingen onmiddellijk toegelaten worden.

Indien een hechting van het labrum aangewezen is, moet deze hechting beschermd worden tot het labrum terug is vastgegroeid. Daarom moeten diepe buiging en geforceerde bewegingen van de heup vermeden worden gedurende 6 weken.

Van zodra de wonde het toelaat, is fietsen op een hometrainer zonder (veel) weerstand toegelaten. Het is de bedoeling het heupgewricht zo snel mogelijk soepel te krijgen.

Om verklevingen te voorkomen is het belangrijk dat de heup dagelijks zonder steun in alle richtingen bewogen wordt.

Na 4 tot 6 weken kan lichter werk terug hervat worden, zwaardere arbeid is mogelijk na 3-4 maanden. De totale revalidatie duurt vaak 6 maanden.

Resultaten na een operatieve behandeling

Soms duurt het tot 6 maanden na een kijkoperatie van de heup alvorens een eindresultaat bekomen wordt.

Na een kijkoperatie van de heup zijn 80-90% van de patiënten duidelijk beter. Voor 10-20% van de patiënten geeft de ingreep weinig verandering. Slechts zelden zijn patiënten slechter na de ingreep. Wanneer er (belangrijke) kraakbeenschade is, is het resultaat van de ingreep vaak minder goed.

Mogelijke verwikkelingen

Om in het heupgewricht te kunnen kijken, wordt aan de voet getrokken zodat het heupgewricht zich opent. Hierdoor is het mogelijk dat er voosheid of drukplekken ontstaan in de voet, het been of in de schaamstreek. Soms treden er erectiestoornissen op.  Na een operatie is er kans op bloeding en infectie.

Meestal verdwijnen deze klachten spontaan. De kans op verwikkelingen is echter klein (<1%)