Golferselleboog

Oorzaak

Een golferselleboog is een chronische ontsteking (tendinitis) van de aanhechting van de buigpees van de pols (de flexor carpi ulnaris) aan de binnenzijde van de elleboog (de mediale epicondyl), vandaar de naam ‘epicondyltis medialis’. Het is dus geen gewrichtsprobleem. De oorzaak hiervan ligt vooral bij langdurige irritatie of overbelasting van de peesaanhechting.

Symptomen

Bij een golferselleboog is er pijn ter hoogte van deze aanhechting bij activiteit, in rust of zelfs ’s nachts. De aandoening werd eerst beschreven bij golfers, maar is ook frequent bij patiënten die herhaaldelijk dezelfde handelingen beroepsmatig of niet-beroepsmatig uitvoeren. Soms is er ook irritatie van de naburige zenuw (n. ulnaris). Dit veroorzaakt tintelingen in de pink en ringvinger.

Diagnose en onderzoek

Aan de hand van een klinisch onderzoek zal de arts de diagnose stellen. Bijkomend kan echografisch onderzoek nuttig zijn om vocht, degeneratie (tendinose) of soms een verkalking van de pees aan te tonen. Tot slot is radiografie noodzakelijk om met zekerheid een gewrichtsprobleem (voornamelijk artrose) uit te sluiten.

Een zenuwbeschadiging of irritatie kan de arts diagnosticeren via een EMG-onderzoek (naaldjesonderzoek).

Behandeling

De behandeling van een golferselleboog begint steeds met een niet-operatieve behandeling. Als deze behandeling geen succes heeft, kan men eventueel een operatie overwegen.

Niet-operatief

Het doel van de niet-operatieve behandeling is om de ontsteking ter hoogte van de spieraanhechting te doen verdwijnen. Daarvoor zijn eerst en vooral rust en aanpassen van de activiteiten belangrijk. Bijkomend kan een brace soelaas bieden tijdens het belasten van de elleboog. Andere bijkomende mogelijkheden zijn onder andere: ontstekingsremmende medicatie, ijsfricties en ontstekingsremmende gel. Daarnaast kan kinesitherapie hulpvol zijn bij verstijving van de elleboog. Tot slot bestaat er ook nog de mogelijkheid om cortisone inspuiting te krijgen (max. 3 à 4 keer per jaar).

Als al deze behandelingsmethoden falen en is blijven pijnklachten na 3 tot 6 maanden, dan kan men overwegen om een operatie uit te voeren.

Operatief

De chirurg verwijdert tijdens de operatie de ontstoken pees en tendinose van de golferselleboog. De ingreep gebeurt ambulant en onder ‘IVR’-verdoving (verdoving van de volledige arm). Na de operatie krijgt de patiënt een verband dat de dag nadien vervangen wordt naar een spalk. Deze spalk moet je als patiënt één week dragen. Na één week mag deze uitgelaten worden. De meeste patiënten hervatten het werk na een viertal weken. De bedoeling is om de zieke pees los te maken en te verwijderen. Hierdoor valt te verwachten dat de klachten verdwijnen.

Als er een zenuwirritatie aanwezig is, zal de chirurg de zenuw vrijmaken. Indien nodig wordt deze zenuw wat verlegd om de druk hierop weg te nemen.

De kans op een goed resultaat en dus succes na de operatie is ongeveer 80%.

Mogelijke complicaties zoals infectie, wondprobleem, zenuwletsels, ligamentletsel, … komen slechts zelden voor (<1%). Het belangrijkste is dat er ongeveer 20% kans bestaat dat er in minder of meerdere maten pijn aanwezig blijft. Elke operatie aan de elleboog kan een elleboogverstijving veroorzaken.

Er bestaat steeds een kleine kans dat de klachten na een tijdje terugkeren.